Het kleinste Griekse zilveren
muntje
De vroegste Griekse muntslag
(zevende/zesde eeuw voor Christus) kende geen bronzen munten. Voor de kleinere
denominaties werden daarom steeds kleinere zilveren en electrum muntjes geslagen.
Als voorbeeld voor die praktijk het volgende muntje:
Figuur 1: Ionië, Miletus (?), AR 1/96 stater; Voorzijde: Rozet; Keerzijde: Vijf punten in incusum
Er staat een vraagteken achter
de stad Miletus. Dat komt omdat niet honderd procent zeker is waar dit muntje
geslagen is. Er staan geen letters op die zouden kunnen wijzen op een bepaalde
stad. Dat er toch nog met enige zekerheid een plaats te koppelen is aan deze
uitgave, is allereerst dankzij (nauwkeurige) gewichtsbepaling. Een zeer groot aantal
verschillende steden hadden een eigen muntslag, met vele verschillende
gewichtsstandaarden. Zo had was er bijvoorbeeld de Attische gewichtsstandaard
in Athene en de Aiginetische standaard op het eiland Aigina.
Dit muntje weegt 0,14 gram. Dat
gewicht past in de zogenaamde Lydo-Milesische gewichtsstandaard.
De basisdenominatie, de stater, heeft daarin een gewicht van 14,1 gram. Verdere
verdeling van die stater heeft het volgende tabelletje tot gevolg:
Stater 14,1
1/2 stater 7,05
1/3 stater 4,70 (‘trite’ oftewel ‘derde’)
1/6 stater 2,35 (‘hekte’ oftewel ‘zesde’)
1/12 stater 1,18 (‘hemihekte’ oftewel ‘halve zesde’)
1/24 stater 0,59
1/48 stater 0,29
1/96 stater 0,15
Het identificeren van de
gewichtsstandaard waarnaar dit muntje geslagen is (door het gemiddelde gewicht
te nemen van een zo groot mogelijk aantal exemplaren van hetzelfde type) wijst
op een muntplaats in Ionië, alwaar de genoemde Lydo-Milesische
gewichtsstandaard gebruikt werd. Maar dan blijft de vraag welke stad in dat
gebied dit muntje nu uiteindelijk geslagen heeft.
Naast gewicht kan ook stijl een
indicatie geven waar een bepaalde munt vandaan komt. Dit muntje wordt vaak aan
Miletus toegewezen vanwege het ontwerp van de keerzijde. Die komt namelijk
overeen met keerzijden van munten die naar alle waarschijnlijkheid aan Miletus
toegeschreven worden. Vergelijk bijvoorbeeld de keerzijde van onderstaande
munt:
Figuur 2:
Ionië, Miletus; electrum ‘trite’ (1/3 stater), 4,65g (Foto: CNG, Triton IX, lot
926)
Tot slot nog twee figuren om een
beeld te geven van het formaat van het muntje dat deze column begon. In figuur
3 staat een ander exemplaar afgebeeld met een gewone eurocent. In figuur 4
staat er ook nog een tetradrachme van Alexander de Grote bij.
Figuur
3: 1/96 stater met eurocent
Figuur
4: 1/96 stater, eurocent en tetradrachme Alexander