Een bijzondere klop
Lydia, Sardes. Drusus en Germanicus, AE 28 mm (17.56g) geslagen circa 23-26 n.C.
ΔPOVΣOΣ KAI ΓEPMANIKOΣ
KAIΣAPEΣ NEOI ΘEOI ΦIΛAΔEΛΠOI
Drusus en Germanicus,
beiden in toga, zittend l.
EΠI APXIEPEΩΣ AΛEΞANΔPOY KΛEΩNOΣ ΣAPΔIANOY; KOINOY AΣIAΣ
in krans
De
hierboven afgebeelde munt (RPC I 2994; BMC 104) is uitzonderlijk om een aantal
verschillende redenen. Allereerst vanwege het voorzijdeomschrift
dat Drusus en Germanicus
eert als ‘neoi theoi’ –
nieuwe goden – en hun de erenaam ‘philadelphos’
toebedeelt – ze zijn immers broederlievend. Deze munt
propageert dus de keizercultus die onder Augustus ontstaan was in Klein-Azie en Syrië op een heel expliciete manier. Op de
normale muntslag, de denarii en sestertii
met andere woorden, komen we verering in deze extreme vorm dan ook niet tegen.
Op de keerzijde staat de magistraat vermeld die het slaan van de oplage
geïnitieerd (of betaald?) heeft: Alexander Kleon uit Sardes, hogepriester van de koinon
(stedengemeenschap) van Asia.
Deze
munt is ook op een technisch numismatische manier interessant. Een aantal jaren
later werd het type namelijk geklopt op een behoorlijk unieke wijze. ‘Kloppen’ hebben
in de regel een bescheiden grootte. Ze hebben een simpele voorstelling – een portretje
of een symbool – of één of enkele letters. Met een hamer werd de klop in de
munt aangebracht. De voor deze munt gebruikte ‘klop’ was echter bedoeld om het complete
keerzijdeomschrift te vervangen en had daarom de vorm
van een ring. Het nieuwe omschrift noemt een andere ‘magistraat’, proconsul Gaius Asinius Pollio:
ΓAIΩ AΣINNIΩ ΠOΛΛIΩNI ANΘVΠATΩ.
De
‘klop’ is wellicht een aangepast muntstempelpaar geweest, met alleen de
rondlopende omschriften, aangezien ook de voorzijde ‘geklopt’ is. Dat was in
wezen niet nodig geweest, omdat het omschrift onveranderd gebleven is.
Hieronder nog enkele voorbeelden van de geklopte versie.
Foto’s:
1 Gert Boersema voorraad nr. 8860.
2 CNG Veiling 211 (2009), lot 320.
3 Münzen en Medaillen Veiling 31 (2009), 197.