Terug naar commentaar / Index

 

Type 7: Verkeerde letter

 

 

 

 

 

 

 

* AR denarius Septimius Severus (193-211)

* Emesa 193/194

* Voorzijde: IMP CAE L SEP SEV PEPT AVG COS I; Gelauwerde buste n.r.

* FELICITAS TEMPO; Graanaar met aan weerszijden twee cornuacopiae, overvloeiend met fruit.

* RIC 374 / RSC 141a / BMC 351 (pl xv.18 vz. die-match)

* 18 mm

 

De voorzijde van deze denarius uit Emesa vertoont twee fouten:

 

1. De afkorting van de naam ‘Pertinax’ – PERT - de ‘vasthoudende’, door Septimius Severus van zijn voorganger overgenomen, is weergegeven als PEPT. Munten uit Emesa, gelegen in Syrië, het Griekstalige deel van het Romeinse rijk dus, vertonen wel vaker dergelijke uitglijders van stempelsnijders die onbekend zijn met het Latijnse alfabet. De ‘P’ is immers de Griekse ‘R’, oftewel Rho.

 

2. De twee letters S in het voorzijdeomschrift zijn oorspronkelijk als C’s gesneden. De reden voor die fout is opnieuw onbekendheid met het Latijnse alfabet. De hoofdletter S werd door Grieken als C geschreven in deze tijdsperiode.Toen de fout ontdekt werd, is de voorzijdestempel gerepareerd door een extra horizontaal streepje toe te voegen onder de C (zie detailfoto’s). Die-matches voor het portret leveren het bewijs voor het bestaan van stempels met de ongerepareerde letters.

 

De voorzijde is een die-match met Doug Smiths ‘favourite coin’ die hij, inclusief de reparaties aan de C’s, bespreekt op zijn website, http://dougsmith.ancients.info/feac6.html. Met zijn toestemming zijn hier achtereenvolgens foto’s van zijn exemplaar, een ongerepareerd exemplaar en vier detailfoto’s van de C’s op beide munten.

 

 

 

 

 

V.l.n.r.(boven): Gerepareerde stempel (1), ‘Ongerepareerde’ stempel (2)

V.l.n.r. (beneden): Detail munt (1), Detail munt (2), Detail munt (1), Detail munt (2)

 

 

 

De detailfoto’s van Doug Smiths site maken nog iets duidelijk. Namelijk dat het niet bij één reparatie gebleven is. Door slijtage van de stempel werd het toegevoegde streepje steeds minder zichtbaar. Dit is te zien op de rechter munt (2). Detailfoto 4 (van munt 2) laat onder de C nog de contouren zien van een weggesleten streepje. Ook de derde detailfoto (van munt 1) laat bij 1> nog de contouren van een vroegere reparatie zien. Bij 2> wordt op deze foto duidelijk dat de nieuwe reparatie bedoeld was permanent te zijn. Het streepje is zeer diep in de stempel gegraveerd, waardoor die op de munt natuurlijk zeer hoog tevoorschijn komt.

 

Een andere fout op deze munt is van het type 9, het overtreden van de numismatische conventie. Het eerste consulaat wordt namelijk weergeven als COS I, terwijl volgens de conventie pas genummerd wordt vanaf het tweede ambtstermijn (COS, COS II en IMP, IMP II et cetera). Deze conventiefout heeft overigens tot gevolg gehad dat RIC en BMC deze munt foutief gecatalogiseerd hebben als COS II. Het exemplaar in het British Museum is dermate afgesleten dat COS I niet te lezen is (vgl. plate xv 18). De schrijver heeft dus aangenomen dat er COS II op de munt staat en de RIC heeft die determinatie zonder onderzoek overgenomen. Het BM-exemplaar die-matcht met dit en met Doug Smith’s exemplaar, dus COS I is het juiste omschrift voor RIC 374/BMC 351.

 

 

 

 

 

* AR denarius Septimius Severus (193-211)

* Emesa 194-195

* IMP CAE L SEP SEV PERT AVG COS II; Gelauwerde buste r.

* S P Q R OPTIMO PBINCIPI; Septimius Severus rijdend l. met speer.

* RIC 415 var. (415=PRINCIPI)

 

Deze denarius heeft een prachtige kenmerkende oostelijke stijl. Ook de omschriften zijn onmiskenbaar niet uit Rome afkomstig: de letters zijn niet uitgelijnd in een cirkel en ze zijn van verschillende grootte. De reden waarom deze munt hier opgenomen is, is te zien op de keerzijde. De eretitel OPTIMO PRINCIPI (derde naamval voor optimus princeps) is gespeld als OPTIMO PBINCIPI. De R is dus gesneden als een B. De reden is wellicht dat de Latijnse letter R niet voorkomt in het Griekse alfabet.

 

Het weergeven van PRINCIPI als PBINCIPI is bekend van meerdere stempels uit Emesa. Ook het munthuis van Laodicea heeft deze spelfout voor hetzelfde type (RSC 652a). Met dank aan Pat Lawrence voor de foto.

 

 

De ‘spelfout’ B/R is misschien helemaal geen spelfout. De letters R en B worden in de Severische tijd vaker uitwisselbaar gebruikt. Onderstaande denarius (l.) Emesa (RIC 402 var.) heeft dezelfde fout, maar dan andersom: het keerzijdeomschrift spelt het woord ‘liberalitas’ met een R in plaats van de B. De prachtige aureus (r.) uit Emesa heeft dezelfde ‘spelfout’ (BM-372 pl. 16.13 (zelfde stempels), Cayon-2474. Foto afkomstig van H.J. Berk).

 

  

 

Een laatste voorbeeld van de uitwisselbaarheid van de letters R en B is te zien op de onderstaande drachme van Septimius Severus uit Caesarea in Cappadocië. In de afsnede van de keerzijde is de afkorting ET(ous) R te lezen – geslagen in jaar R van Septimius Severus. De ‘R’ werd echter door de Grieken niet gebruikt als cijfer; op de munt is de ‘B’ bedoeld, Griekse numeriek voor het getal 2.

 

 

De foto van de munt (Sydenham 389 var.) is afkomstig van CNG.

 

 

 

 

 

 

 

* AE23 Gordianus III (238-244)
* Deultum, Thracië
* Voorzijde:IMP GOPDIANVS PIVS FEL AVG; Gedrapeerde buste met stralenkroon r.
* Keerzijde: COL FL PAC DEVLT Hercules, st.frontaal, hoofd r., met knots en leeuwenhuid, zichzelf kronend met lauwerkrans.

* 23 mm, 6,88 gm, Jurukova 335

De stempelsnijder vergiste zich en heeft GORDIANVS als GOPDIANVS gespeld. Natuurlijk wist hij ook wel dat de naam van de keizer met een R-klank uitgesproken werd. Deze fout is goed te verklaren als we aannemen dat de stempelsnijder het Grieks als moedertaal heeft gehad: de Grieken schreven voor ‘onze’ letter R de letter P (Rho). In het omschrift is dus hoogst waarschijnlijk een Griekse letter terechtgekomen. Het ziet er alleen wat vreemd uit omdat wij (en de bewoners van Deultum die Latijn spraken!) de P als letter herkennen voor een andere klank.

 

 

 

 

 

Hierboven nog twee die-matches voor de voorzijdestempel, maar met twee andere keerzijdes. De eerste munt (mijn eigen verzameling) heeft een afbeelding van een tempel, de tweede (Vcoins, Harlan J. Berk) een staande Juno met patera en scepter.

 

 

 

 

 

* AE antoninianus Claudius II Gothicus (268-270)

* Mediolanum, derde officina

* Voorzijde: IMP CLAVDIVS PF AVG; Buste met stralenkroon r.

* Keerzijde: CONCORD EXEX; In afsnede: T (?); Concordia st.n.l. met standaard en cornucopiae.

* 19.5 mm; vgl. RIC 140 (CONCOR EXER, T in afsnede) en 141 (CONCORD EXER, S in afsnede).

 

De frase Concordia exercitus (‘de eendracht van het leger’) is op deze antoninianus afgekort als CONCORD EXEX, in plaats van CONCORD EXER.

 

 

 

 

* AV Solidus Anastasius I (491-518)

* Constantinopel, tiende officina

* Voorzijde: DN ANASTASIVS TERP AVG; Buste met helm, kuras, gedecoreerd schid en geschouderde speer driekwart frontaal.

* Keerzijde: VICTORIA AVGGG I; In afsnede: CONOB; In r.veld: ster; Victoria staande n.l. met groot kruis.

* Sear 3

 

De afkorting PERP AVG (perpetuus augustus) is weergeven als TERP AVG. Spelfouten zijn op gouden munten niet vaak aan te treffen, evident omdat aan stempels voor de muntslag in goud meer zorg besteed werd. Deze Byzantijnse solidus vormt een mooie uitzondering. Met dank aan Steve Minnoch voor de foto.