* Emesa 202-211
* Voorzijde: IMP CAE L SEP SEV PEPT AVG COS
II; Gelauwerde buste n.r.
* BONI EVENTVS; Fides Publica st.n.l. met
schaal fruit en korenaren.
* 17 mm
* RIC 369 var. (369 heeft PERT)
De keerzijde van deze denarius vertoont een
ontwerpfout. De voorstelling is niet Bonus Eventus, zoals het omschrift doet
voorkomen, aangezien Bonus Eventus wordt afgebeeld als naakte jongeman. De voorstelling
op de munt is duidelijk een geklede vrouw. De attributen van fruitschaal en
aren wijzen op Fides Publica.
De voorzijde geeft de gebruikelijke afkorting van de naam ‘Pertinax’, PERT, weer als PEPT. Zie in de galerij voor type 7: Verkeerde letter, het commentaar bij een denarius uit Emesa met dezelfde spelfout.
Het keerzijdeomschrift, BONI EVENTVS, is te
interpreteren als de genitief van bonus eventus - ‘van Bonus Eventus’ –
of als een meervoudsvorm - ‘Goede uitkomsten’. Beide interpretaties zijn niet
erg aannemelijk: er is hier waarschijnlijk sprake van een grammaticale fout.
* Antiochië 239
* Voorzijde: IMP CAES M ANT GORDIANVS AVG;
Gedrapeerde buste met stralenkroon n.r.
* Keerzijde: LIBERALITAS AVG; Libertas st.
n. l. met pileus en scepter.
* 22 mm
* RIC 187a-b
/ Cohen 126
De personificatie op de keerzijde is niet, zoals het omschrift doet vermoeden, Liberalitas. De personificatie van de vrijgevigheid wordt afgebeeld met tessara (een houten instrument om geld mee te tellen en cornucopiae). De voorstelling op deze munt is Libertas, te herkennen aan haar attributen van de pileus (puntige vrijheidshoed) en scepter. De stempelsnijder heeft dus de twee bijna gelijknamige personificaties door elkaar gehaald en een verkeerd begeleidend opschrift voor de voorstelling gesneden.
Deze keerzijde is bekend van diverse keerzijdestempels. Dit betekent dat de fout niet een eenmalige fout was van een individuele stempelsnijder, maar dat het misverstand ook in de hogere ambtelijke sferen van het munthuis van Antiochië bestond.
Exact dezelfde ontwerpfout van de
voorstelling van Libertas met het opschrift LIBERALITAS komt regelmatig voor
bij Severische denarii uit oostelijk gelegen muntplaatsen.